De resolutie A/HRC/43/L.18 over vrijheid van godsdienst of overtuiging is aangenomen tijdens de 43e zitting van de Mensenrechtenraad op 19 juni 2020
Actie inzake resolutie inzake vrijheid van godsdienst of overtuiging
In een resolutie (A/HRC/43/L.18) over de vrijheid van godsdienst of overtuiging, aangenomen zonder stemming, uit de Raad zijn diepe bezorgdheid over de opkomende belemmeringen voor het genot van het recht op vrijheid van godsdienst of overtuiging, en in bepaalde gevallen van religieuze onverdraagzaamheid, discriminatie en geweld, onder meer het toenemende aantal gewelddaden gericht tegen individuen, met inbegrip van personen die tot religieuze minderheden behoren in verschillende delen van de wereld, en de opkomst van religieus extremisme in verschillende delen van de wereld dat gevolgen heeft voor de rechten van individuen, met inbegrip van personen die tot religieuze minderheden behoren. De Raad veroordeelt alle vormen van geweld, onverdraagzaamheid en discriminatie op grond van of in naam van religie of geloof…; moedigt regeringsvertegenwoordigers en leiders in alle sectoren van de samenleving en respectieve gemeenschappen ten zeerste aan om zich uit te spreken tegen daden van intolerantie en geweld op basis van godsdienst of overtuiging; dringt er bij staten op aan hun inspanningen op te voeren om de vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst of overtuiging te bevorderen en te beschermen; en roept staten op gebruik te maken van het potentieel van onderwijs voor het uitroeien van vooroordelen tegen en stereotypen van individuen op basis van hun religie of overtuiging.
43/… Vrijheid van religie of geloof
De Mensenrechten Raad,
Herinnerend aan resolutie 36/55 van de Algemene Vergadering van 25 november 1981, waarin de Vergadering de verklaring afkondigde over de uitbanning van alle vormen van onverdraagzaamheid en discriminatie op grond van religie of overtuiging,
Ook herinnerend aan artikel 18 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, artikel 18 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en andere relevante bepalingen inzake mensenrechten,
Herinnerend aan verdere resolutie 40/10 van de Raad voor de Mensenrechten van 21 maart 2019 en andere resoluties die zijn aangenomen door de Raad, de Algemene Vergadering en de Commissie voor de Rechten van de Mens over de vrijheid van godsdienst of overtuiging of de uitbanning van alle vormen van onverdraagzaamheid en discriminatie op grond van op godsdienst of overtuiging,
Herinnerend aan resoluties 5/1 en 5/2 van de Mensenrechtenraad van 18 juni 2007, Met waardering kennis nemend van de conclusies en aanbevelingen van de workshops van deskundigen die zijn georganiseerd door het Bureau van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de mensenrechten en vervat in het actieplan van Rabat inzake het verbod op het bepleiten van nationale, raciale en religieuze haat die aanzet tot discriminatie, vijandigheid of geweld,
aangenomen in Rabat op 5 oktober 2012, waarin opnieuw wordt bevestigd dat alle mensenrechten universeel, ondeelbaar, onderling afhankelijk en onderling verbonden zijn.