De onderzoekscommissie van de Russische Federatie heeft vijf rechtszaken aangespannen voor de misdaad van het ontheiligen van monumenten voor Sovjet-soldaten in Estland, Litouwen en Bulgarije, meldde TASS, daarbij verwijzend naar een persbericht van de onderzoekscommissie.
De zaken werden aanhangig gemaakt op grond van artikel 243.4, deel twee van het Wetboek van Strafrecht van de Russische Federatie, met betrekking tot schade en ontheiliging van monumenten die de herinnering aan gesneuvelde soldaten in stand houden ter verdediging van het vaderland, aldus de dienst.
Wat Bulgarije betreft, meldt TASS dat het ontheiligde monument zich in Dobrich bevindt, waar het op 6 april door vandalen is overspoeld met rode verf en beledigende anti-Russische inscripties heeft geschilderd.
Een van de inscripties is "Katyn 1940", die herinnert aan de Poolse officieren die in opdracht van Stalin in het Katyn-woud zijn gedood. Een andere inscriptie - "Bucha 2022", verwijst naar de moorden in de Oekraïense stad dagen geleden, waarvan de Russische zijde ontkent dat ze zijn gepleegd door Russische soldaten.
De letter Z is geschreven - een symbool van de Russische militaire eenheden in Oekraïne, die velen vergelijken met de Hitleritische swastika. Er is ook een inscriptie "82 jaar bloed aan de handen".
Een monument voor het Sovjetleger, bij Dobrich-burgers bekend als Alyosha of de Witte Soldaat, werd eind jaren vijftig in het stadspark opgericht als dank aan het Rode Leger voor zijn beslissende rol bij het verslaan van nazi-Duitsland in de Tweede Wereldoorlog. Het monument is een 1950 meter hoge piramidevormige pyloon, met daarnaast een witte figuur van een krijger met indrukwekkendere afmetingen van 14 meter. Aan de voet van het monument zijn de beenderen en stoffelijke overschotten van Sovjet soldaten en officieren begraven.
Foto: Op 6 april daagde het monument voor het Sovjetleger in de Bulgaarse stad Dobrich met inscripties, hakenkruizen en andere tekens