Vandaag zijn de ambassadeurs van de lidstaten bij de EU het eens geworden over het standpunt van de Raad over de ontwerpbegroting van de EU voor 2023. In totaal komt het standpunt van de Raad voor de begroting van volgend jaar neer op: € 183.95 miljard aan vastleggingen en € 165.74 miljard aan betalingen. Vergeleken met de door de Raad en het Europees Parlement overeengekomen begroting voor 2022 is dit een stijging van +8.29% in vastleggingen en een daling van -3.02% in betalingen.
Al met al neemt de Raad een voorzichtige benadering gezien de volatiele context waarin de EU actief is. Het behouden van marges in de begroting als manoeuvreerruimte is in het verleden zeer nuttig gebleken. De lidstaten benadrukken dat het belangrijk is ervoor te zorgen dat er voldoende marge in de begroting is om de onzekerheden in verband met de Oekraïense crisis en inflatie het hoofd te bieden.
Een samenvatting van het standpunt van de Raad staat in onderstaande tabel*:
*in €; c/a: vastleggingen, p/a: betalingen
Omschrijving | 2023 – Ontwerpbegroting | 2023 – Standpunt van de Raad | 2023 – Standpunt van de Raad | |||
c/a | vader | c/a | vader | c/a | vader | |
Eengemaakte markt, innovatie en digitaal | 21 451 979 500,00 | 20 793 258 735,00 | – 1 437 400 000,00 | – 522 950 000,00 | 20 014 579 500,00 | 20 270 308 735,00 |
Cohesie, veerkracht en waarden | 70 083 017 022,00 | 55 836 822 774,00 | – 237 600 000,00 | – 31 800 000,00 | 69 845 417 022,00 | 55 805 022 774,00 |
Natuurlijke hulpbronnen en milieu | 57 172 506 225,00 | 57 415 817 586,00 | – 45 000 000,00 | – 6 000 000,00 | 57 127 506 225,00 | 57 409 817 586,00 |
Migratie- en grensbeheer | 3 725 881 518,00 | 3 065 950 252,00 | – 50 000 000,00 | – 50 000 000,00 | 3 675 881 518,00 | 3 015 950 252,00 |
Veiligheid en verdediging | 1 871 109 130,00 | 1 081 374 612,00 | – 11 700 000,00 | – 1 500 000,00 | 1 859 409 130,00 | 1 079 874 612,00 |
Buurt en de wereld | 16 781 879 478,00 | 13 773 937 845,00 | 0 | 0 | 16 781 879 478,00 | 13 773 937 845,00 |
Europees openbaar bestuur | 11 448 802 167,00 | 11 448 802 167,00 | – 62 500 000,00 | – 62 500 000,00 | 11 386 302 167,00 | 11 386 302 167,00 |
Thematische speciale instrumenten | 2 855 153 029,00 | 2 679 794 000,00 | 0 | 0 | 2 855 153 029,00 | 2 679 794 000,00 |
MFK-rubrieken | 185 390 328 069,00 | 166 095 757 971,00 | – 1 844 200 000,00 | – 674 750 000,00 | 183 546 128 069,00 | 165 421 007 971,00 |
Flexibiliteitsinstrument | 515 352 065,00 | 527 128 781,00 | 452 879 478,00 | 527 128 781,00 | ||
plafond | 182 667 000 000,00 | 168 575 000 000,00 | 182 667 000 000,00 | 168 575 000 000,00 | ||
marge | 961 793 731,00 | 6 040 808 232,00 | 2 478 248 557,00 | 6 570 758 232,00 | ||
Kredieten als % van het BNI | 1,13% | 1,02% | 1,12% | 1,01% |
Verplichtingen zijn wettelijke toezeggingen om geld te besteden aan activiteiten waarvan de uitvoering zich over meerdere boekjaren uitstrekt.
Betalingen uitgaven dekken die voortvloeien uit vastleggingen die in de lopende en voorgaande begrotingsjaren in de EU-begroting zijn opgenomen.
Daarnaast geeft de Raad ook vier uitspraken: één over betalingskredieten, één over de onzekerheden bij het vaststellen van het standpunt van de Raad, één over artikel 241 VWEU en één over de eigen afdeling van het Europees Parlement van de EU-begroting.
Verklaring over de eigen afdeling van het Europees Parlement van de EU-begroting
In deze verklaring onderstreept de Raad dat het plafond voor rubriek 7 van het meerjarig financieel kader 2021-2027 gebaseerd is op de veronderstelling dat alle EU-instellingen een alomvattende en gerichte aanpak hanteren om het aantal personeelsleden en administratieve uitgaven verminderen.
De Raad herinnert eraan dat het Europees Parlement reeds in de jaarlijkse begroting voor 2022 heeft verzocht om 142 extra posten naast zijn personeelsformatie en 180 externe personeelsleden heeft gekregen, en herinnert in dit verband aan de verklaring van de Raad van 7 december 2021. uitgaven en personeelsformatie voor 2023 omvat een verzoek om 52 extra personeelsformatieposten en 116 extra geaccrediteerde parlementaire medewerkers.
Dit verzoek past in de context van hoge inflatiecijfers, waarbij de naleving van het plafond van rubriek 7 in 2023 in gevaar komt, waardoor het noodzakelijk is dat alle instellingen oefenen zelfbeheersing, in overeenstemming met de verplichting om te voldoen aan de jaarlijkse uitgavenplafonds. In dit verband verhoogt het verzoek van het Parlement de druk op rubriek 7 verder, terwijl het aan de andere instellingen wordt overgelaten om de last van het beheersen van hun administratieve uitgaven te dragen. Het is daarom niet verenigbaar met de verplichtingen van het Parlement krachtens artikel 2 van de MFK-verordening en het is in strijd met de punten 129 en 130 van de conclusies van de Europese Raad van 17 tot 21 juli 2020 over een stabiel personeelsbestand in de instellingen.
Met inachtneming van de grondgedachte van het herenakkoord, met inbegrip van het institutionele evenwicht tussen het Parlement en de Raad en de eerbiediging van de MFK-plafonds, roept de Raad het Parlement op de door de Raad aangenomen benadering te volgen en ervoor zorgen dat het plafond van rubriek 7 wordt gerespecteerd. Hij herinnert eraan dat de Raad voornemens is een stabiel personeelsbestand in acht te nemen en een hoger reductiepercentage (leegstandspercentage) toepast op zijn eigen administratieve uitgaven.
In het licht van het bovenstaande maakt de Raad zijn sterke voorbehoud bij de uitgavenstaat van het EP en de personeelsformatie voor 2023. De Raad zal zich tijdens de onderhandelingen over de jaarlijkse begroting van de Unie voor 2023 verder op deze elementen concentreren.
Volgende stappen
De Raad streeft ernaar zijn standpunt over het ontwerp van algemene begroting voor 2023 formeel vast te stellen via een schriftelijke procedure die op 6 september 2022 afloopt. Dit zal dan dienen als mandaat voor het Tsjechische voorzitterschap om met het Europees Parlement over de EU-begroting voor 2023 te onderhandelen.
Achtergrond
Dit is de derde jaarlijkse begroting in het kader van de langetermijnbegroting van de EU voor 2021-2027, het meerjarig financieel kader (MFK). De begroting voor 2023 wordt aangevuld met acties ter ondersteuning van het herstel van COVID-19 in het kader van Next Generation EU, het pandemieherstelplan van de EU.