Russische troepen hebben eeuwenoude grafheuvels aan de frontlinie in het zuiden van Oekraïne vernietigd. Daarmee hebben ze mogelijk de Conventies van Den Haag en Genève geschonden, zo blijkt uit een studie van het Ukrainian Conflict Observatory die op 4 september werd gepubliceerd, zo meldde de Kyiv Independent.
In Oekraïne zijn er veel oude graven bekend als kurgans – tot 20 meter hoog en daterend uit 3000 v.Chr. Ze bevatten archeologische schatten, waaronder uit het Scythische tijdperk.
Het Conflict Observatory analyseerde open georuimtelijke data en ontdekte dat de twee locaties in het district Vasilovsky van de oblast Zaporozhye bijvoorbeeld beschadigd raakten tijdens hun bezetting door de Russische strijdkrachten. Bovendien werden ze door de Russen gebruikt voor militaire doeleinden, aangezien er militaire infrastructuur omheen werd gebouwd.
Afgezien van de militaire constructies kan de schade ‘betekenen dat er geplunderd of vernietigd wordt wat betreft de artefacten en oude overblijfselen van de heuvel’, aldus het rapport.
Omdat cultureel erfgoed recht heeft op bescherming volgens het internationaal recht, kan schade aan de locaties en mogelijke plundering ervan een schending vormen van het internationaal humanitair recht volgens de Conventies van Den Haag en Genève.
Bovendien suggereren de beperkingen van open-source inlichtingenonderzoek dat “het werkelijke aantal archeologische vindplaatsen dat is beïnvloed door de Russische vestingbouw waarschijnlijk veel hoger ligt dan in dit rapport is gedocumenteerd”, aldus het observatorium.
De oorlog van Rusland tegen Oekraïne heeft een ernstige impact gehad op het Oekraïense culturele erfgoed, waarbij ongeveer 2,000 culturele locaties zijn verwoest en 1.5 miljoen museumartefacten in door Rusland bezette gebieden zijn achtergelaten. De Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa (PACE) heeft eind juni een resolutie aangenomen waarin de Russische genocide met als doel het culturele erfgoed en de identiteit van Oekraïne te vernietigen, wordt erkend.