De permanente vertegenwoordigers in het Comité van Ministers van de Raad van Europa besloten woensdag om door te gaan met een herzieningsproces om een andere mening te verzamelen over een controversiële concepttekst voor een nieuw aanvullend protocol dat het gebruik van dwang in de psychiatrie reguleert. De permanente vertegenwoordigers waren hiervoor op de hoogte gesteld van de bezorgdheid van de VN en het maatschappelijk middenveld dat deze concepttekst in strijd is met het internationale recht inzake mensenrechten.
Het werk aan dit mogelijke nieuwe aanvullende protocol heeft een lange geschiedenis, die teruggaat tot 2011. Het heeft sterke en aanhoudende kritiek al vóór de eerste ontwerpen werden opgesteld.
Het ontwerp van het mogelijke nieuwe juridische instrument van de Raad van Europa zou de intentie hebben om slachtoffers te beschermen die worden onderworpen aan dwangmaatregelen in de psychiatrie waarvan bekend is dat ze vernederend zijn en mogelijk neerkomen op marteling. De aanpak is door het gebruik van dergelijke schadelijke praktijken te reguleren en zoveel mogelijk te voorkomen. De critici, waaronder de Verenigde Naties Mensenrechten mechanisme, de Commissaris voor de Rechten van de Mens van de Raad van Europa, de Parlementaire Vergadering van de Raad en talloze andere deskundigen, groepen en instanties wijzen erop dat het toestaan van dergelijke praktijken via regulering in strijd is met de vereisten van de moderne mensenrechten, die deze praktijken simpelweg verbieden.
In juni 2022 hebben de permanente vertegenwoordigers, die zitting hebben in het besluitvormingsorgaan van de Raad van Europa, het Comité van Ministers, als gevolg van de aanhoudende hoge mate van kritiek op dit werk besloot dat het meer informatie nodig had en schortte het werk aan het ontwerpprotocol op. Ze vroegen om informatie over het gebruik van vrijwillige maatregelen om hun standpunt over de ontwerptekst over dwang in de psychiatrie te kunnen finaliseren. Deze deliverables werden onlangs aan de permanente vertegenwoordigers verstrekt door het ondergeschikte orgaan, het Stuurcomité voor de mensenrechten op het gebied van biogeneeskunde en gezondheid (CDBIO).
Na deze zeer belangrijke partners en autoriteiten uitten hun zorgen over de schijnbare voortzetting van het proces van het ontwerp van het aanvullende protocol. Het Comité van de Verenigde Naties voor de Rechten van Personen met een Handicap (CRPD-comité) een verklaring opnieuw uitgegeven aan de Raad van Europa, met verdere verduidelijkingen, over zijn bezorgdheid over dit ontwerp van aanvullend protocol van de Raad van Europa. Het VN-CRPD-comité herhaalde de noodzaak om te bewegen naar het einde van het gebruik van elke vorm van dwang bij het verstrekken van beleid en diensten voor geestelijke gezondheid voor personen met een handicap. En dat het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (CRPD), dat door alle 47 lidstaten van de Raad van Europa is geratificeerd, verbiedt gedwongen en onvrijwillige institutionalisering en elke vorm van vrijheidsberoving op grond van een beperking, ook in situaties van personen met een beperking die in een individuele crisis verkeren.
Het secretariaat van het Comité van Ministers besloot de verklaring van het VN-Comité voor de rechten van personen met een handicap niet aan de permanente vertegenwoordigers te verstrekken, “aangezien deze al openbaar was.” Het secretariaat informeerde de European Times dat dit aan de afzender was uitgelegd met een suggestie “om het zelf te verspreiden.” Het secretariaat informeerde de delegaties van de permanente vertegenwoordigers er echter wel over tijdens een informatiebijeenkomst voorafgaand aan de bijeenkomst op woensdag. De voorbereidende bijeenkomst vond plaats op 23 januari en werd alleen bijgewoond door een kleiner aantal leden van het Comité van Ministers.
Tijdens haar vergadering van woensdag besloot de commissie vervolgens om het ontwerp van het Aanvullend Protocol bij het Verdrag inzake de rechten van de mens en de biogeneeskunde (ETS nr. 164) betreffende de bescherming van de mensenrechten en de waardigheid van personen met betrekking tot gedwongen plaatsing en onvrijwillige behandeling binnen de geestelijke gezondheidszorg en het ontwerp van het Toelichtend Rapport aan de Parlementaire Vergadering voor te leggen. Tevens werd de Parlementaire Vergadering verzocht om zo spoedig mogelijk een advies uit te brengen over het ontwerp van het Aanvullend Protocol.
Of de permanente vertegenwoordigers, zoals aangekondigd in hun besluit van juni 2022, waarmee zij de werkzaamheden voor het verzamelen van aanvullende gegevens voor een behoorlijke beoordeling hebben opgeschort, nu de werkzaamheden aan het aanvullende protocol hebben hervat nadat zij de gevraagde informatie hadden ontvangen, daadwerkelijk zullen luisteren naar de VN en de brede vertegenwoordiging van het maatschappelijk middenveld en haar eigen Parlementaire Vergadering en Commissaris voor de rechten van de mens, moet nog blijken.
De Parlementaire Vergadering gaat dit uitgebreide werk nu beoordelen en zal het hoogstwaarschijnlijk bespreken tijdens de voorjaarszitting in april.