In een -update, het VN-hulpcoördinatiekantoor, OCHAVolgens hem zijn er meer dan 25,000 mensen onlangs ontheemd geraakt uit de noordoostelijke stad Manbij, waar beschietingen en luchtaanvallen zijn gemeld.
OCHA merkte op dat de vijandelijkheden de afgelopen week zijn toegenomen, met name in Oost-Aleppo en rond de Tishreen-dam.
De dam is een belangrijk doelwit voor verschillende groepen Syrische strijders die strijden om de controle over Noord-Syrië. Hieronder vallen het door Turkije gesteunde Syrische Nationale Leger (SNA) en de voornamelijk Koerdische Syrische Democratische Krachten (SDF) die samen met de PKK/YPG vechten – de Koerdische Arbeiderspartij of Volksbeschermingseenheden.
Honderdduizenden op de vlucht
Als gevolg van het toenemende geweld, het aantal nieuw ontheemden is gestegen tot 652,000 op 27 januari, aldus OCHA.
Tot de dodelijke incidenten die in het noordoosten van Syrië zijn gemeld, behoort het bombardement op een stad op het platteland van Manbij op 25 januari, waarbij een onbekend aantal kinderen gewond raakte.
Zaterdag vonden er gevechten plaats in een vluchtelingenkamp in Jarablus, ten noorden van Manbij. Hierbij raakten zeven mensen gewond, onder wie twee kinderen, en werden vijf onderkomens verwoest.
Op dezelfde dag ontplofte een autobom voor een ziekenhuis en een school in de stad Manbij. Hierbij zou één burger om het leven zijn gekomen en zeven anderen gewond zijn geraakt.
De afgelopen week heeft OCHA ook melding gemaakt van botsingen in kustgebieden met “toegenomen criminele activiteiten, waaronder plunderingen en vandalisme, waardoor de bewegingsvrijheid van burgers tijdens de nachtelijke uren wordt beperkt'.
Het VN-agentschap merkte ook op dat er aanhoudende Israëlische invallen plaatsvinden in Quneitra in het zuiden van Syrië, in de buurt van de bufferzone van de Golanhoogten, waar het Israëlische leger zich – volgens de troepen tijdelijk – ophield na de verdrijving van president Assad.
Enorme behoefte aan hulp
In bredere zin waarschuwde het VN-agentschap in de Syrische provincies dat een "gebrek aan openbare diensten en liquiditeitsbeperkingen" gemeenschappen en de humanitaire respons ernstig hebben getroffen. In Homs en Hama is er bijvoorbeeld slechts 45 tot 60 minuten per acht uur elektriciteit beschikbaar.
In Noordwest-Syrië hebben 102 zorginstellingen sinds begin 2025 al geen geld meer. De VN en haar humanitaire partners vragen om 1.2 miljard dollar om de 6.7 miljoen meest kwetsbare mensen in Syrië tot maart te helpen.
De ontwikkelingen vonden plaats voorafgaand aan een VN-conferentie. Veiligheidsraad later op donderdag een bijeenkomst achter gesloten deuren over Syrië – en de gerapporteerde verklaring dat het hoofd van Hayat Tahrir Al Sham en de tijdelijke autoriteit in Damascus, Ahmed al-Sharaa, is uitgeroepen tot overgangspresident.
Er werd ook gemeld dat de nieuwe tijdelijke autoriteit heeft besloten de Syrische grondwet op te schorten.