Brussel – In een baanbrekende zet die het landschap van werkervaring in heel Europa zal hervormen, is het Europees Parlement vandaag begonnen met onderhandelingen over belangrijke wetgeving die gericht is op het verbeteren van de arbeidsomstandigheden voor stagiairs. De Socialisten en Democraten (S&D) staan aan het hoofd van deze inspanningen en hebben gezworen te vechten voor een eerlijk loon en volledige rechten voor alle stagiairs te midden van een alarmerende stijging van uitbuitende praktijken.
De kern van deze strijd is Alicia Homs, S&D-lid van het Europees Parlement (MEP) en rapporteur voor stages. Terwijl ze vandaag haar conceptrapport presenteert aan de werkgelegenheidscommissie, onderstreept Homs de urgentie van het aanpakken van systemische problemen die de stagecultuur in Europa teisteren.
“De situatie is alarmerend”, aldus Homs. “Bijna de helft van alle stagiairs krijgt helemaal geen salaris en degenen die dat wel krijgen, krijgen vaak alleen basiskosten vergoed, zoals vervoer. Zo zorgen we niet voor fatsoenlijke leefomstandigheden of veelbelovende carrières voor jonge Europeanen.”
Een groeiende crisis: uitbuiting en ongelijkheid
De cijfers schetsen een grimmig beeld. Volgens gegevens van Eurobarometer en Eurostat onderneemt bijna 80% van de Europeanen tussen 18 en 35 jaar minstens één stage tijdens hun overgang van onderwijs naar werk. Bijna de helft van hen blijft echter onbetaald, terwijl veel anderen te maken krijgen met een ontoereikende compensatie die nauwelijks de essentiële kosten dekt. Met de gemiddelde jonge Europeaan die ongeveer € 1,200 per maand uitgeeft aan levensonderhoud, hebben de meeste stagiairs moeite om rond te komen.
Het probleem wordt nog groter door de groeiende trend van meerdere stages. Meer dan de helft van de jongeren rondt minstens twee stages af terwijl ze door een steeds competitievere arbeidsmarkt navigeren. Voor velen verhinderen financiële barrières de toegang tot zinvolle werkervaring. Bijna een derde van de respondenten noemde gebrek aan salaris als een groot obstakel, waardoor de sociale ongelijkheid tussen degenen die zich onbetaalde functies kunnen veroorloven en degenen die dat niet kunnen, groter wordt.
“Traineeships spelen een cruciale rol bij het helpen van jongeren om de arbeidsmarkt te betreden,” benadrukte Homs. “Maar te vaak exploiteren werkgevers trainees als goedkope of zelfs gratis arbeidskrachten. Dit creëert een vicieuze cirkel waarin privileges privileges voortbrengen, waardoor getalenteerde individuen achterblijven, simpelweg omdat ze het zich niet kunnen veroorloven om onbetaald te werken.”
De drang naar EU-wetgeving
Jarenlang, de Socialisten en Democraten-groep heeft gepleit voor robuuste EU-brede regelgeving om deze uitdagingen aan te pakken. Hun visie omvat het verbieden van onbetaalde stages, bescherming tegen discriminatie en het garanderen van mechanismen om misbruik te voorkomen.
In juni 2023 nam het Europees Parlement een progressief rapport aan waarin werd opgeroepen tot kwalitatief hoogwaardige stages, een belangrijke mijlpaal in de voortgang van deze agenda. Voortbouwend op dit momentum presenteerde de Europese Commissie in maart 2024 haar wetgevingsvoorstel. Nu vertegenwoordigen zowel het Parlement als de Raad, EU lidstaten moeten het eens worden over hun respectievelijke standpunten voordat ze de definitieve onderhandelingen ingaan.
Het conceptrapport van Homs schetst het standpunt van het Parlement, waarbij de nadruk ligt op drie kernbeginselen:
- Duidelijke definitie van stages : Het vaststellen van gestandaardiseerde criteria om echte leermogelijkheden te onderscheiden van verborgen werkgelegenheid.
- Principe van non-discriminatie : Zorgen voor gelijke behandeling, ongeacht achtergrond, nationaliteit of sociaaleconomische status.
- Effectieve waarborgen : Maatregelen invoeren om uitbuiting te identificeren en aan te pakken, zoals verplichte contracten en minimumloonbepalingen.
“Vandaag starten we de onderhandelingen in het Europees Parlement,” verklaarde Homs. “Het zal een zware strijd worden – te veel mensen profiteren van het huidige 'wilde westen' van traineeships. Maar het principe is simpel: trainees verrichten echt werk en moeten als werknemers worden behandeld. We zijn dit verschuldigd aan jonge Europeanen.”
Uitdagingen die komen
Hoewel de druk voor hervormingen brede steun geniet onder progressieve groepen, is er veel weerstand. Critici beweren dat strengere regels bedrijven ervan kunnen weerhouden om überhaupt stages aan te bieden, wat de werkgelegenheidskansen van jongeren zou kunnen schaden. Anderen beweren dat nationale overheden zich verzetten tegen het afstaan van de bevoegdheid over arbeidswetten aan Brussel.
Ondanks deze obstakels blijven voorstanders vastberaden. Ze wijzen erop dat het niet handelen bestaande ongelijkheden in stand zou houden en het vertrouwen in Europese instellingen zou ondermijnen. Bovendien tonen onderzoeken aan dat goed gereguleerde stages leiden tot betere resultaten, niet alleen voor deelnemers, maar ook voor werkgevers en economieën in het algemeen.
En Verder?
Verwacht wordt dat parlementaire onderhandelingen de komende maanden zullen intensiveren, waarbij het definitieve standpunt waarschijnlijk in juli zal worden aangenomen. Zodra er overeenstemming is bereikt, zal dit standpunt dienen als basis voor discussies met EU-lidstaten, wat de weg vrijmaakt voor bindende wetgeving.
As Europa worstelt met economische onzekerheid en stijgende kosten van levensonderhoud, kan de inzet niet hoger zijn. Voor miljoenen jongeren die streven naar een betere toekomst, heeft de uitkomst van deze gesprekken diepgaande implicaties.
“We moeten daadkrachtig optreden om een einde te maken aan het tijdperk van uitbuiting en ongelijkheid,” concludeerde Homs. “Kwalitatieve stages zijn geen luxe, maar een noodzaak. Het is tijd om te leveren wat jonge Europeanen verdienen: waardigheid, kansen en rechtvaardigheid.”
Nu de onderhandelingen gaande zijn, zijn alle ogen gericht op Brussel. Wetgevers bereiden zich voor om de toekomst van werk voor toekomstige generaties vorm te geven.