De EFSA heeft de risico's voor de gezondheid van mens en dier beoordeeld die verband houden met de aanwezigheid van glycoalkaloïden in levensmiddelen en diervoeders, met name in aardappelen en producten afgeleid van aardappelen.
Glycoalkaloïden zijn van nature voorkomende verbindingen die worden aangetroffen in de Solanaceae-plantenfamilie, waaronder aardappelen, tomaten en aubergines.
Experts identificeerden een gezondheidsrisico voor zuigelingen en peuters, rekening houdend met zowel gemiddelde als hoge consumenten. Bij volwassenen is er alleen een gezondheidsrisico voor grote consumenten. Glycoalkaloïdenvergiftiging kan acute gastro-intestinale symptomen veroorzaken, zoals misselijkheid, braken en diarree.
Op basis van de laatste beschikbare kennis heeft de EFSA een laagst waargenomen niveau van bijwerkingen afgeleid van 1 milligram per kilogram lichaamsgewicht per dag. Dit komt overeen met de laagste dosis waarbij ongewenste effecten worden waargenomen.
Door te schillen, koken en braden kan het gehalte aan glycoalkaloïden in voedsel worden verminderd. Het schillen van aardappelen kan bijvoorbeeld hun inhoud met 25 tot 75% verminderen, koken in water tussen 5 en 65% en frituren in olie tussen 20 en 90%.