Er is een beter begrip nodig van de manier waarop eigenaren, aannemers en installateurs met elkaar omgaan en mogelijke voordelen zien van het renoveren van hun huizen, appartementen en andere gebouwen om de energie-efficiëntie te verbeteren. Dit zou het Europese beleid helpen versterken om de bouwsector naar een koolstofneutrale toekomst te verschuiven. Een vandaag gepubliceerde briefing van het Europees Milieuagentschap (EEA) onderzoekt het gedrag van deze actoren in de bouwsector en hoe zij beslissingen kunnen beïnvloeden over het al dan niet en wanneer investeren in energierenovatie.
Gebouwen zijn momenteel goed voor meer dan een derde van de energiegerelateerde uitstoot van broeikasgassen in de EU. Renovaties om hun energieprestaties te verbeteren, kunnen aanzienlijk bijdragen aan de verwezenlijking van de EU-doelstelling om tegen 2050 klimaatneutraal te worden volgens de briefing van het EEA "Versnelling van de energie-efficiëntierenovatie van woongebouwen — een gedragsbenadering". Om dit te bereiken is de energie renovatie tarief moet ten minste verdubbelen ten opzichte van het huidige niveau. Dit zal aanzienlijke investeringen vergen.
Beleidsmakers kunnen beter rekening houden met de drijfveren en belemmeringen die verband houden met renovatie-investeringen als ze beter rekening houden met menselijke gedragsfactoren die een rol spelen bij dergelijke beslissingen. Dit vereist een beter begrip van de verschillende actoren die betrokken zijn bij het nemen van beslissingen over het verbeteren van de energie-efficiëntie van woongebouwen, evenals hun respectieve motivaties.
Bijvoorbeeld, eigenaren spelen een sleutelrol bij het nemen van beslissingen om te investeren in renovaties. Voor hen behoren verbeteringen aan de woon- en bouwomstandigheden voor henzelf of voor huurders tot de belangrijkste drijfveren om te investeren in energiezuinige renovaties. Volgens de EEA-analyse wordt het verminderen van het energieverbruik soms slechts als een bijkomend voordeel gezien. De energieprijscrisis van vorig jaar heeft er echter voor gezorgd dat men zich meer bewust is van de verbruiksniveaus en dat het belangrijk is de energie-efficiëntie te verbeteren om de energierekening te verlagen. Het waargenomen niveau van inspanning en mogelijke verstoring die nodig zijn om energierenovaties te voltooien, en onzekerheden over de uitkomst van de investering zijn ook belangrijk.
Bouw aannemers en installateurs zijn invloedrijk door het advies dat ze geven aan eigenaren en worden op hun beurt beïnvloed door factoren zoals de cultuur en sociale invloed van hun werkplekken en het gedrag van hun collega's.
Bij het ontwerpen van beleid kan rekening worden gehouden met de investeringsmotieven van belanghebbenden en de heterogeniteit van bevolkingsgroepen, wat zou kunnen helpen om het tempo van renovaties op het gebied van energie-efficiëntie te verhogen. Dit kan inhouden dat communicatieacties beter worden ontworpen (zoals gericht zijn op de meest invloedrijke belanghebbenden, belangrijke triggerpoints worden aangepakt) en dat interventies (zoals one-stop-shops, financiële ondersteuning) worden afgestemd op specifieke doelgroepen.
Zelfs als het renovatietempo toeneemt, kan een rebound-effect de resulterende toename van de energie-efficiëntie in gevaar brengen. Het aanpakken van gedragsfactoren kan helpen om het rebound-effect na renovatie te verzachten.
In de EEA-briefing wordt geconcludeerd dat gedragsinitiatieven niet als op zichzelf staande oplossingen moeten worden beschouwd. Ze moeten eerder worden gezien als onderdeel van een holistische benadering van beleidsvorming die gedragsinzichten combineert met traditionele benaderingen op basis van economische instrumenten en prijsstelling.