Door de heilige Johannes Chrysostomus
“…We moeten hiervan afstappen en duidelijk weten dat er geen kwaad is behalve één zonde, en dat er geen goed is behalve één deugd en het behagen van God in alles. Vreugde komt niet voort uit dronkenschap, maar uit geestelijk gebed, niet uit wijn, maar uit een opbouwend woord. Wijn veroorzaakt storm, maar een woord brengt stilte voort; wijn veroorzaakt lawaai, maar een woord stopt de verwarring; wijn verduistert de geest, maar het woord verlicht de verduisterden; wijn wekt verdriet op dat er niet was, maar het woord verdrijft verdriet dat er wel was. Niets leidt gewoonlijk zo veel tot vrede en vreugde als de regels van de wijsheid – het heden verachten, streven naar de toekomst, niets menselijks als iets blijvends beschouwen – noch rijkdom, noch macht, noch eer, noch patronage. Als je op deze manier hebt geleerd wijs te zijn, zul je niet gekweld worden door jaloezie als je een rijke man ziet, en als je in armoede vervalt, zul je niet vernederd worden door armoede; en zo zul je voortdurend feest kunnen vieren.
Het is gebruikelijk dat een christen niet in bepaalde maanden feest viert, niet op de eerste dag van de maand, niet op zondag, maar zijn hele leven doorbrengt op een manier die bij hem past. Welk soort feest past bij hem? Laten we hierover naar Paulus luisteren, die zegt: laten we op dezelfde manier feestvieren, niet met het zuurdesem van alcohol, noch met het zuurdesem van boosaardigheid en goddeloosheid, maar zonder het zuurdesem van zuiverheid en waarheid (1 Kor. V, 8 ). Dus als je een zuiver geweten hebt, dan heb je voortdurend vakantie, waarbij je je voedt met goede hoop en getroost wordt door de hoop op toekomstige zegeningen; als je niet kalm bent in je ziel en je schuldig maakt aan veel zonden, dan zul je je zelfs tijdens duizenden feestdagen en vieringen niet beter voelen dan degenen die huilen.
Dus als je wilt profiteren van het begin van de nieuwe maanden, doe dan dit: aan het einde van het jaar, dank de Heer dat hij je tot deze limiet van jaren heeft bewaard; Heb berouw over uw hart, tel de tijd van uw leven en zeg tegen uzelf: de dagen vliegen en gaan voorbij; de jaren eindigen; Een groot deel van onze reis hebben we al achter de rug; wat voor goeds hebben we gedaan? Gaan we hier echt weg zonder alles, zonder enige deugd? De rechtbank staat voor de deur, de rest van het leven neigt naar de ouderdom.
Wees dus verstandig aan het begin van nieuwe maanden; Breng dit in gedachten tijdens jaarlijkse circulaties; Laten we beginnen na te denken over de toekomstige dag, opdat iemand niet hetzelfde over ons zegt als de profeet over de Joden zei: hun dagen kwamen om in ijdelheid en hun jaren werden met zorg doorgebracht (Psalm LXXVII, 33). Zo'n feestdag waar ik het over heb gehad, constant, niet wachtend op de cyclus van de jaren, niet beperkt tot bepaalde dagen, kan gelijkelijk gevierd worden door zowel rijk als arm; want wat hier nodig is, is geen geld, geen rijkdom, maar één deugd. Heb je geen geld? Maar er is de vrees voor God, een schat die beter is dan alle rijkdommen, die niet wordt beschadigd, niet verandert en niet uitgeput raakt. Kijk naar de lucht, naar de hemel der hemelen, naar de aarde, de zee, de lucht, de verschillende dieren, de verschillende planten, de hele menselijke natuur; gedachten over engelen, aartsengelen, hogere machten; onthoud dat dit allemaal de rijkdom van uw Meester is. Het is onmogelijk voor de dienaar van zo’n rijke Heer om arm te zijn als zijn Heer hem genadig is. Het vieren van de dagen is in strijd met de christelijke wijsheid, maar dit is een kwestie van heidense dwaling.
Je bent toegewezen aan de hoogste stad, toegelaten tot het plaatselijke staatsburgerschap, bent opgenomen in het gezelschap van engelen, waar geen licht in duisternis verandert, geen dag die eindigt in de nacht, maar altijd dag, altijd licht. Wij zullen daar voortdurend naar streven. Zoek degenen in de hoogte, zegt (de apostel), waar Christus is, zittend aan de rechterhand van God (Kolossenzen III, 1). Je hebt niets gemeen met de aarde, waar de stroom van de zon en de rotatie van de seizoenen en dagen plaatsvindt; maar als je rechtvaardig leeft, wordt de nacht voor jou dag, net zoals voor degenen die hun leven doorbrengen in losbandigheid, dronkenschap en onmatigheid, de dag verandert in nachtelijke duisternis, niet omdat de zon verduisterd is, maar omdat hun geest verduisterd is door dronkenschap. Het opmerken van de dagen, er bijzonder plezier in beleven, lampen op het plein aansteken, kransen weven, is een kwestie van kinderlijke zinloosheid; en je bent al uit deze zwakte tevoorschijn gekomen, hebt de volwassenheid bereikt en bent ingeschreven in het hemelse burgerschap; Verlicht het plein niet met sensueel vuur, maar verlicht je geest met spiritueel licht. Zo zei (de Heer), laat uw licht schijnen voor de mensen, zodat zij uw goede daden mogen zien en uw Vader mogen verheerlijken die in de hemel is (Matt. V, 16). Zulk licht zal u een grote beloning opleveren. Versier de deuren van uw huis niet met kransen, maar leid zo’n leven dat u uit de hand van Christus de kroon der gerechtigheid op uw hoofd ontvangt…’
Bron: Johannes Chrysostomos, Uit de preek voor het nieuwe jaar, 1 januari 387.