Het belang van het afstemmen van de EU op de mensenrechten is al lange tijd een onderwerp van discussie met wisselende intensiteit. De noodzaak hiervan is vandaag duidelijk, maar is een onderwerp van aandacht geweest sinds het einde van de jaren zeventig, zelfs vóór de formele oprichting van de Europese Unie zoals we die nu kennen. Zowel binnen de voorloper van de EU als binnen de Raad van Europa vonden eind jaren zeventig formele en informele gesprekken plaats over hoe de toetreding van de EU tot het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) kan worden gerealiseerd.
De kwestie kwam opnieuw op de voorgrond met de goedkeuring van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (7 december 2000).
Met de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon (1 december 2009) en van Protocol 14 bij het EVRM (1 juni 2010) is de toetreding niet langer louter een wens geweest; het is een wettelijke verplichting geworden op grond van artikel 6, lid 2.
Het doel van de toetreding van de EU tot het EVRM is bij te dragen tot de totstandbrenging van één Europese rechtsruimte, door te komen tot een coherent kader voor de bescherming van de mensenrechten in alle Europa.
De toetreding is echter niet zo eenvoudig als voor de bestaande 47 Europese staten die tot nu toe zijn toegetreden tot het EVRM-systeem. De EU is een niet-statelijke entiteit met een specifiek en complex rechtssysteem, in tegenstelling tot dat van een nationale staat. Om de EU tot het EVRM toe te laten treden, zijn enkele aanpassingen aan het EVRM-systeem nodig.
Het werk om de juridische en technische problemen te identificeren en op te lossen die door de Raad van Europa zouden moeten worden aangepakt, in het geval van de beoogde toetreding van de EU tot het EVRM, evenals de middelen om elke tegenstrijdigheid tussen de juridische systeem van de EU en dat van het EVRM, is in 2001 van start gegaan.
Het werk en de onderhandelingen werden in 2019 hervat, op verzoek van de Europese Commissie, na vijf jaar stopzetting van het proces. Sindsdien zijn er zeven bijeenkomsten gehouden door de ad-hoconderhandelingsgroep van de Raad van Europa, bestaande uit vertegenwoordigers van de 47 lidstaten van de Raad van Europa en vertegenwoordigers van de Europese Unie (“47+1”). De laatste bijeenkomst vond plaats van 7-10 december 2021.
Wanneer de EU tot het EVRM is toegetreden, zal het worden geïntegreerd in het stelsel van grondrechtenbescherming van het EVRM. Naast de interne bescherming van deze rechten door het EU-recht en het Hof van Justitie, zal de EU verplicht zijn het EVRM te eerbiedigen en zal zij onder de externe controle van het Europees Hof van Justitie komen te staan. Mensenrechten.
De toetreding zal ook de geloofwaardigheid van de EU vergroten in de ogen van derde landen, die de EU in haar bilaterale betrekkingen regelmatig oproept om het EVRM te eerbiedigen.