Op 31 januari 2023 erkende het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM), na zeven klachten van Jehovah's Getuigen uit Rusland te hebben overwogen, de verstoring van erediensten van 2010 tot 2014 als een schending van de fundamentele vrijheden. Het EHRM oordeelde om de verzoekers een schadevergoeding te betalen van 345,773 EUR en nog eens 5,000 EUR als proceskosten.
Wat is er gebeurd?
Deze zaak betreft de verstoring van religieuze bijeenkomsten in 17 regio's van Rusland, evenals huiszoekingen, inbeslagname van lectuur en persoonlijke bezittingen, en verschillende gevallen van detentie met persoonlijke huiszoekingen.
Wetshandhavers, soms gewapend en met maskers op, braken de gebouwen binnen waar erediensten van Jehovah's Getuigen werden gehouden. De acties van wetshandhavers werden gerechtvaardigd door technische redenen, bijvoorbeeld door het feit dat de vergaderingen werden georganiseerd zonder voorafgaande kennisgeving aan de autoriteiten. De veiligheidstroepen eisten stopzetting van het evenement of bleven op het terrein en filmden met foto- en videoapparatuur wat er gebeurde, waarna ze de aanwezigen verhoorden.
Bij verschillende gelegenheden deed de politie invallen in gebedshuizen, waaronder privéwoningen. De huiszoekingsbevelen gaven geen specifieke gronden. Ze stelden alleen dat de gebouwen mogelijk "bewijsmateriaal bevatten dat relevant is voor de strafzaak".
“De verzoekers smeekten [de politie] tevergeefs om de huiszoeking uit te stellen tot na het einde van de religieuze diensten.” In de uitspraak van het EHRM worden verschillende soortgelijke gevallen beschreven (§ 4).
De slachtoffers gingen tegen de acties van de veiligheidstroepen in beroep bij lokale rechtbanken, maar hun eisen werden niet ingewilligd.
Beslissing EHRM
Het Europese Hof concludeerde dat het optreden van de Russische autoriteiten in strijd was met artikel 9 van het Verdrag inzake Mensenrechten, die het fundamentele recht verklaart om deel te nemen aan vreedzame religieuze bijeenkomsten.
Hier zijn uittreksels uit de uitspraak van het EHRM.
“ Het verstoren van een religieuze samenkomst door de autoriteiten en het goedkeuren van de aanvragers voor het houden van 'ongeoorloofde' religieuze evenementen komt neer op 'inmenging door een overheidsinstantie' in het recht van de aanvragers om hun religie.” (§ 9) “Het Hof heeft eerder kennis genomen van de vaste jurisprudentie van het Russische Hooggerechtshof dat voor religieuze bijeenkomsten, zelfs die in gehuurde gebouwen, geen voorafgaande toestemming van of kennisgeving aan de autoriteiten nodig was. . . De veroordeling van [de verzoekers] had geen duidelijke... wettelijke basis en was niet 'voorgeschreven door de wet'.” (§ 10) “Het staat buiten kijf dat alle religieuze bijeenkomsten vreedzaam van aard waren en waarschijnlijk geen verstoring of gevaar voor de openbare orde zouden veroorzaken. Hun verstoring. . . streefde geen 'dringende sociale behoefte' na en is daarom niet 'noodzakelijk in een democratische samenleving'.” §·11) "De rechtbank stelt vast dat de huiszoekingsbevelen in extreem brede bewoordingen waren geformuleerd ... Ze specificeerden niet waarom het specifieke pand het doelwit was, wat het was die de politie daar verwachtte aan te treffen en welke relevante en voldoende redenen rechtvaardigde de noodzaak om de zoektocht uit te voeren.” (§·12)
Wat betekent de uitspraak van het Europese Hof?
Hoewel de door het EHRM beoordeelde zaken betrekking hadden op gebeurtenissen voorafgaand aan het verbod op Russische rechtspersonen van Jehovah's Getuigen in 2017, hebben sindsdien honderden strafzaken ingediend waarin de gezamenlijke bespreking van de Heilige Schrift als een misdaad werd behandeld.
Yaroslav Sivulskiy, vertegenwoordiger van de Europese Vereniging van Jehovah's Getuigen, gaf commentaar op de beslissing van het EHRM: “Het EHRM benadrukte nogmaals dat er niets extremistisch mag en mag zijn in de religieuze bijeenkomsten van Jehovah's Getuigen. Hetzelfde werd erkend door de Plenum van het Hooggerechtshof van Rusland; sommige Russische rechtbanken blijven echter in strijd met deze uitspraken handelen, Jehovah's Getuigen achter de tralies zetten alleen vanwege hun religie.”
Meer dan 60 aanvragen van degenen die leden onder de repressieve campagne tegen Russische Jehova's Getuigen wachten op de beslissing van het Europese Hof.
In juni 2022 erkende het Europees Hof voor de Rechten van de Mens de liquidatie van rechtspersonen van Jehovah's Getuigen in Rusland als illegaal en eiste dat de strafrechtelijke vervolging van gelovigen wordt stopgezet en dat alle gevangenen voor hun geloof worden vrijgelaten.