In de stad Çatal-Huyük, die ongeveer 9 jaar geleden werd gesticht op het grondgebied van het moderne Turkije, hebben archeologen gefossiliseerde stukken stof ontdekt.
Voordien geloofden de experts dat de inwoners van het land wol of vlas gebruikten voor de productie van stoffen. Uit het onderzoek blijkt dat het materiaal een heel andere structuur heeft, schrijft Phys.org.
De opgravingen in de oude stad eindigden in 2017. Archeologen ontdekten toen nog een paar stukken oud materiaal. Als gevolg hiervan ontdekten de wetenschappers dat hun leeftijd ongeveer 8500-8700 jaar bedraagt.
De onderzoek on the fabrics werd gemaakt in opdracht van Lisa Bender Jorgensen, werkzaam aan de Universiteit van Noorwegen, en Antoinette Rac Eicher van de Universiteit van Bern. Om bijna 9 jaar geleden kleding voor zichzelf te maken, gebruikten vertegenwoordigers van het Neolithicum een speciale vezel. Dit blijkt uit de analyse van het materiaal door deskundigen.
Deze monsters, gevonden op de plaats van de opgravingen, zijn gemaakt van de vezels van de eik. Er wordt aangenomen dat dit erop wijst dat deze stof de oudste stof ter wereld is die tot op de dag van vandaag bewaard is gebleven.
De vezel wordt aangetroffen in bomen zoals eik, wilg en linde tussen het hout en de schors. Het hout werd gebruikt om huizen te bouwen en de vezels werden gebruikt om kleding te maken, die behoorlijk sterk en betrouwbaar was.
De onderzoekers voegen er ook aan toe dat de inboorlingen geen vlas verbouwden en geen linnengoed uit andere steden meebrachten. Ze gebruikten alleen de middelen die voorhanden waren.