Geschikt voor 55: de EU-luchtvaart moet geleidelijk overschakelen op duurzame brandstof, zoals synthetische brandstof, gebruikt frituurvet of zelfs waterstof, om de EU tegen 2050 klimaatneutraal te maken.
De leden van het Europees Parlement in de Commissie vervoer en toerisme hebben maandag met 25 stemmen voor en zes tegen en bij drie onthoudingen een ontwerp-onderhandelingsmandaat over de ReFuelEU-luchtvaartregels aangenomen. De aangenomen tekst heeft tot doel het gebruik van duurzame brandstoffen door vliegtuigexploitanten en EU-luchthavens te vergroten om de emissies van de luchtvaart te verminderen en ervoor te zorgen dat Europa tegen 2050 klimaatneutraal wordt.
Duurzamere brandstofopties voor vliegtuigen
EP-leden hebben de voorgestelde definitie van duurzame vliegtuigbrandstof gewijzigd, een term die synthetische brandstoffen of bepaalde biobrandstoffen omvat, geproduceerd uit landbouw- of bosbouwresiduen, algen, bioafval of gebruikt frituurvet.
Onder hun definitie vallen recycleerbare koolstofbrandstoffen die worden geproduceerd uit afvalverwerkingsgas en uitlaatgas afkomstig van het productieproces in industriële installaties. Ze stelden ook voor om enkele biobrandstoffen, geproduceerd uit dierlijke vetten of distillaten, voor een beperkte tijd (tot 2034) in de vliegtuigbrandstofmix te gebruiken. De leden van het Europees Parlement hebben echter brandstoffen op basis van diervoeders en voedselgewassen, en brandstoffen die zijn afgeleid van palmolie, uitgesloten, omdat ze niet in overeenstemming zijn met de duurzaamheidscriteria.
De Vervoerscommissie heeft ook hernieuwbare elektriciteit en waterstof opgenomen als onderdeel van een duurzame brandstofmix, aangezien beide veelbelovende technologieën zijn die geleidelijk kunnen bijdragen aan het koolstofarm maken van het luchtvervoer. Volgens de ontwerpregels moeten EU-luchthavens de toegang van vliegtuigexploitanten tot duurzame vliegtuigbrandstoffen vergemakkelijken, onder meer met infrastructuur voor het tanken van waterstof en elektrisch opladen.
Timeline
EP-leden hebben het oorspronkelijke voorstel van de Commissie voor het minimumaandeel van duurzame vliegtuigbrandstof dat op EU-luchthavens beschikbaar moet worden gesteld, verhoogd. Vanaf 2025 moet dit aandeel 2% bedragen, oplopend tot 37% in 2040 en 85% in 2050, rekening houdend met het potentieel van elektriciteit en waterstof in de totale brandstofmix (de Commissie stelt respectievelijk 32 en 63 %).
Nieuw fonds
Vervoer Europarlementariërs stelden voor van 2023 tot 2050 een Fonds voor Duurzame Luchtvaart op te richten om de decarbonisatie van de luchtvaartsector te versnellen en investeringen in duurzame vliegtuigbrandstoffen, innovatieve vliegtuigvoortstuwingstechnologieën of onderzoek naar nieuwe motoren te ondersteunen. Het fonds zou worden versterkt door de sancties die voortvloeien uit de handhaving van deze regels en uit 50% van de inkomsten uit de veiling van luchtvaartemissierechten in het kader van de EU Emissiehandelssysteem.
Citaat van de rapporteur
EP-rapporteur Søren Gade (Verlengen, DK) zei: “Ik ben er trots op dat de vervoerscommissie heeft besloten het voorstel van de Commissie om de luchtvaart koolstofarm te maken te upgraden en het veel ambitieuzer te maken als het gaat om het mandaat voor het bijmengen van brandstoffen, nieuwe technologieën voor brandstofopwekking, de opname van veel meer luchthavens en een werkelijk duurzame definitie van duurzame vliegtuigbrandstoffen. Ik hoop dat dit compromis door een grote meerderheid in de plenaire vergadering kan worden gesteund.”
Volgende stappen
Zodra het Parlement als geheel dit ontwerp-onderhandelingsstandpunt heeft goedgekeurd tijdens de plenaire vergadering van juli, zullen de leden van het Europees Parlement klaar zijn om met de EU-regeringen te gaan praten over de definitieve vorm van de wetgeving.
Achtergrondinformatie
De burgerluchtvaart is verantwoordelijk voor 13,4% van de totale CO2-emissies van het EU-vervoer. Het ReFuelEU Aviation-initiatief maakt deel uit van de “Fit for 55 in 2030 pakket”, het plan van de EU om de uitstoot van broeikasgassen tegen 55 met ten minste 2030 % te verminderen ten opzichte van het niveau van 1990, in overeenstemming met de Europese klimaatwet.