AMMAN, Jordanië – Eerder dit jaar, toen de pandemie zich over de hele wereld verspreidde, gebeurde er iets ongewoons in de nieuwsverslaggeving – diepgaande ideeën over sociale transformatie en solidariteitsdaden haalden wereldwijd de krantenkoppen. Hoewel ze nu minder uitgesproken zijn, blijven nieuwsuitzendingen dergelijke verhalen bevatten, waarvan vele vóór de crisis als irrelevant of onbeduidend zouden zijn beschouwd.
In reactie op de toegenomen belangstelling van mediaprofessionals voor nieuwe benaderingen van het veld, hebben bahá'í-gemeenschappen in verschillende landen met journalisten en anderen onderzocht hoe de media kunnen bijdragen aan maatschappelijke harmonie en doordachte gesprekken kunnen stimuleren over kwesties waarmee de mensheid wordt geconfronteerd.
De bahá'ís van Jordanië hebben rondetafelgesprekken met journalisten gehouden over hoe de media een bron van hoop voor de samenleving kunnen zijn. "De bahá'í-leringen stellen de media voor als een vitaal element van de samenleving met het potentieel om een spiegel voor de wereld te zijn, die het scala aan ervaringen van verschillende mensen weerspiegelt", zegt Tahani Ruhi, van het Office of External van de Bahá'í-gemeenschap van het land. Zaken.
“De afgelopen maanden is op bepaalde momenten een vollediger beeld van de wereld in de berichtgeving tot uiting gekomen: niet alleen van sensationele verhalen, maar ook van de constructieve processen die in elke gemeenschap bestaan. De kracht van de media om hoop te inspireren is in deze tijd vooral zichtbaar geworden. Er is voldoende aandacht besteed aan positieve ontwikkelingen - groot en klein - die de adel van mensen laten zien en hun vermogen om de behoeften van hun medeburgers boven die van zichzelf te stellen."
Ghada al-Sheikh van de Al-Ghadi krant, een deelnemer aan de rondetafelbijeenkomsten, zegt: “Deze discussieruimten stellen ons in staat om belangrijke concepten met betrekking tot vooruitgang beter te begrijpen en om diep na te denken over hun implicaties voor ons werk. Ons bewustzijn van onze missie als journalisten wordt versterkt als we samen overleggen over kwesties van sociale en economische solidariteit en hoe de media kunnen bijdragen aan het gevoel van prioriteiten van mensen.”
De deelnemers aan de rondetafelgesprekken in Jordanië hebben ook gekeken naar de impact van structurele factoren in een media-industrie die wordt gevormd door commerciële belangen. “Mediabeoefenaars moeten zichzelf niet zien als concurrenten, maar als medewerkers. We zijn op zoek naar de waarheid, welke vorm van media we ook produceren', zei Mahmoud Hishmeh, directeur van het Oost- en Westcentrum voor dialoog en duurzame ontwikkeling, tijdens een van de discussies.
Aan de andere kant van de wereld heeft de Australische bahá'í-gemeenschap ook journalisten en anderen in de media samengebracht om te onderzoeken hoe de sociale cohesie, een kwestie van groot belang in het land, kan worden bevorderd. Een van die inspanningen omvat een reeks gestructureerde discussies, in samenwerking met First Draft en het Center for Media Transition, waarbij mediabeoefenaars worden samengebracht om het Australische medialandschap opnieuw vorm te geven.
"Door gebruik te maken van de principes van bahá'í-consultatie hebben we de gelegenheid gehad om verschillende ervaringen op een respectvolle manier uit te wisselen in een bemoedigende en dynamische omgeving", zegt Venus Khalessi van het Office of External Affairs. "In wat vaak een snelle omgeving is, waar complexe beslissingen worden genomen onder enorme tijdsdruk, waarderen mediabeoefenaars de mogelijkheid om een stap terug te doen en na te denken over hoe ze leidende principes en waarden kunnen toepassen op de situaties waarmee ze worden geconfronteerd."
Tijdens een bijeenkomst zei Alan Sunderland, uitvoerend directeur van de Organization of News Ombudsmen en Standards Editors: "Er zijn op dit moment veel mensen die praten over hoe de media meer kunnen doen dan alleen verdeeldheid benadrukken, maar kunnen praten over dingen die verenig ons. Dat is een uitdaging voor de journalistiek, die traditioneel is gebouwd op een conflictmodel, een model waarin je problemen vindt om aan de kaak te stellen. Het vinden van manieren om constructief te zijn en tegelijkertijd te erkennen dat er een fundamentele vereiste is voor journalistiek om moeilijke vragen te stellen, is een heel interessante kwestie om te onderzoeken."
Deelnemers aan de meest recente bijeenkomst in Australië gaven aan dat de huidige gezondheidscrisis meer dan ooit heeft aangetoond dat de media verantwoordelijk zijn om te handelen voor 'het grotere goed van de mensheid'. Net zoals er behoefte is aan nauwkeurigheid bij het rapporteren van feiten, hebben deelnemers opgemerkt dat verhalen nodig zijn om waarden over te brengen die bevorderlijk zijn voor harmonie. Voorbeelden hiervan tijdens de pandemie zijn een grotere inspanning van nieuwszenders in het land om te rapporteren over verhalen over gemeenschapsgestuurde respons en veerkracht.
Ondertussen heeft de bahá'í-gemeenschap in Spanje ook gesprekken gevoerd met journalisten en andere maatschappelijke actoren over de noodzaak om verdeeldheid en polarisatie te overwinnen als reactie op crises.
"Aan het begin van de pandemie kwamen nieuwe onderwerpen in het publieke bewustzijn", zegt Sergio García van het Bahá'í Office of External Affairs van het land. “Mediakanalen richtten zich op discussies over de noodzaak van meer internationale samenwerking; de noodzaak om economische modellen te transformeren om duurzamer, inclusiever en veerkrachtiger te zijn; en vele andere diepgaande ideeën op alle gebieden van het leven.
"Hoewel oudere patronen van media-aandacht na enige tijd weer de kop opstaken, liet deze verandering een glimp zien van hoe media de horizon van het menselijk denken kunnen openen en een diepgaande discussie over onze gemeenschappelijke toekomst in een gedeelde wereld kunnen bevorderen. Media dragen bij aan het zetten van de toon voor relaties tussen verschillende elementen van de samenleving, en het kan het gevoel opwekken dat we één wereld zijn en één volk dat als zodanig moet werken om onze gemeenschappelijke uitdagingen aan te gaan.”
